Business

Het wel en wee van ETS2

maart 21, 2025
door Hannes Dedeurwaerder

Sinds 1 januari 2025 is het ‘nieuwe’ ETS2-emissiehandelssysteem van kracht. Dat houdt in dat bedrijven en spelers in onder meer de gebouwensector en wegvervoersector hun emissies moeten monitoren en rapporteren, met 2027 als eerste rapporteringsjaar.
Maar wat houdt het in en wat wordt van bedrijven concreet gevraagd?

Heel concreet moeten ‘gereguleerde entiteiten’ binnen de gebouwensector, wegvervoersector en kleine industrie sinds 1 januari 2025 hun emissies monitoren. Dit op basis van een monitoringplan dat is goedgekeurd door de bevoegde regionale autoriteit. Wie ETS2-plichtig is, kan dus maar beter snel actie ondernemen, want er is ook een broeikasgasvergunning nodig en in 2027 volgt het eerste rapporteringsjaar, waarbij accijnsplichtigen op basis van hun verdeelde fossiele brandstoffen emissierechten zullen moeten inkopen. Het systeem kadert uiteraard in de Europese Green Deal, dat het continent tegen 2050 CO2-neutraal moet maken. 

“ETS op zich bestaat al langer”, aldus Joachim Gorrebeeck, partner bij vastgoed dienstverlener LAMMP. “Het is het systeem dat de EU hanteert om emissies in bepaalde sectoren te verlagen. En dat wordt nu verder uitgebreid met ETS2. Je moet het zien als een marktgedreven mechanisme waarbij via de handel in emissierechten een kostprijs aan CO2 uitstoot wordt gekoppeld.” 

Eén ton CO2-uitstoot 

Onder ETS2 vallen alle marktparticipanten die fossiele brandstoffen leveren aan een van de sectoren in kwestie: gebouwen, wegtransport en kleine industrie. Met als bedoeling om op high level transparantie te creëren in hoeveel fossiele brandstoffen effectief naar die sectoren worden verdeeld. “Onder ETS1 kregen bepaalde sectoren tot een bepaald niveau nog gratis emissierechten toegekend, vooral om te vermijden dat ze naar het buitenland zouden trekken”, legt Gorrebeeck uit. “Onder ETS2 zullen er emissierechten moeten aangekocht worden via een veilingsysteem, waarbij één emissierecht overeenkomt met één ton CO2 (equivalente)-uitstoot. Via die veiling kunnen bedrijven die onder ETS vallen emissierechten kopen. Er ontstaat ook een secundaire markt waarbij deze emissierechten verhandeld kunnen worden onder bedrijven. Hierdoor ontstaat een variabele marktprijs voor emissierechten. Bedrijven die meer uitstoten zullen genoodzaakt zijn om meer emissierechten aan te kopen omdat ze deze zullen moeten inleveren in evenredigheid met hun gerapporteerde uitstoot.”  

Het mag geen verrassing heten dat die meerkost zich onrechtstreeks zal vertalen naar de energiefactuur van de eindgebruiker – met name huishoudens en kleinere bedrijven die huizen in gebouwen die verwarmen op gas of op stookolie. Op die manier wil Europa dat gebouweigenaren gaan verduurzamen: ze moeten als het ware voelen dat ze moeten renoveren en investeren in duurzame energie.  

“De sociale consequenties van dat nieuwe systeem zijn echter onvermijdelijk.“

— Yelter Bollen, beleidsexpert klimaat en milieufiscaliteit bij Bond Beter Leefmilieu

Ongelijke impact 

Anderzijds zullen de inkomsten uit die initiële emissierechten, die primair gebeuren vanuit de lidstaten, worden geherinvesteerd in verschillende fondsen. Zoals het Innovation Fund, het Social Climate Fund, het Modernisation Fund en Repower EU. “De invoering van ETS2 zal een nuttige bijdrage leveren aan de uitstootreducties in de gebouwen- en transportsector, maar bijvoorbeeld ook de lichte industrie”, aldus Yelter Bollen, beleidsexpert klimaat en milieufiscaliteit bij Bond Beter Leefmilieu. “Sectoren die tot nu enkel onder de nationale klimaatdoelstellingen vielen. Zo kreeg je een scheeftrekking: elektrische toepassingen als warmtepompen werden wél indirect belast en dus minder aantrekkelijk dan hun fossiele tegenhangers.”  

“De sociale consequenties van dat nieuwe systeem zijn echter niet onvermijdelijk, maar dankzij het Sociaal Klimaatfonds en de nationale inkomsten uit deze emissiehandel kan de ongelijke impact gecompenseerd en structureel aangepakt worden. Dat is een belangrijke verantwoordelijkheid voor onze eigen overheden: zij moeten dit instrument inschakelen in een ruimere, sociale klimaatstrategie. Een combinatie van investeringssteun en inkomenssteun kan zorgen voor een sterke win-win, waarbij kwetsbare huishoudens versneld onafhankelijk worden van fossiele brandstoffen én hun factuur zien dalen.” 

Vorig artikel
Volgend artikel