Slim, sober, duurzaam: de toekomst van verpakkingen
Verpakkingen ondergaan een revolutie. In België, net als elders, moeten ze slim, minimalistisch en circulair worden. Industrie en wetenschap komen tot dezelfde conclusie: de verpakking van morgen zal slim, sober en duurzaam zijn – of helemaal niet.
Slim: de verpakking die informeert
De verpakking van de toekomst wordt een echte informatiedrager. Fost Plus test momenteel de Digimarc-technologie, een onzichtbaar digitaal watermerk dat de gehele oppervlakte van een verpakking bedekt. “Dit maakt een veel preciezere sortering van kunststofverpakkingen mogelijk”, legt Lieven Capon, Program Manager Sustainable Packaging bij Fost Plus, uit. In de pilotfase tot 2026 zou deze innovatie de Belgische sector kunnen revolutioneren door recyclingpercentages en -stromen aanzienlijk te verhogen.
Het doel beperkt zich echter niet tot sorteren. In laboratoria ontstaan nieuwe toepassingen: “We hebben het over slimme verpakkingen met ingebouwde sensoren om de versheid of traceerbaarheid te volgen, en actieve verpakkingen die de houdbaarheid van voedingsmiddelen verlengen”, verklaart Aurore Richel, professor aan de Universiteit van Luik.
Toch moet innovatie gematigd blijven. “Het mag geen duur hebbeding worden dat de consument benadeelt”, waarschuwt Aurore Richel. Ze wijst ook op de mogelijke toxiciteitsrisico’s als actieve moleculen in voedsel of het milieu terechtkomen. De uitdaging van smart packaging is dus technologie, veiligheid en economische toegankelijkheid te combineren, zonder de kernfunctie uit het oog te verliezen: het product efficiënt beschermen en tegelijkertijd de ecologische impact verminderen.
Sober: minder plastic en overbodige verpakkingen
De andere lopende revolutie is die van soberheid. Industrieën proberen overbodige verpakkingen te elimineren. Deze trend heeft een dubbel doel: recycling vereenvoudigen en de ecologische voetafdruk verkleinen. “We werken aan oplossingen die het gewicht en de complexiteit van verpakkingen verminderen, zodat ze volledig recycleerbaar zijn”, benadrukt Lieven Capon.
Volgens Aurore Richel is deze evolutie ook cultureel: “Net zoals bij energiebesparing moeten we leren over plastic soberheid. Geen over verpakte producten kopen is al een krachtig gebaar.” Ze waarschuwt voor de verspreiding van meerlaagse verpakkingen: “Veel verpakkingen combineren plastic, metaal en karton. Ze zijn moeilijk recycleerbaar en belanden vaak direct in de verbrandingsoven.”
Soberheid is een dubbele beweging: ecologisch ontwerp aan de producentenkant (dunnere verpakkingen, mono-materialen, geen oververpakkingen) en consumentenvoorlichting om bewustere aankoopkeuzes te stimuleren.
Een verpakking moet eenvoudig blijven,
anders wordt hij verkeerd gesorteerd.
Duurzaam: naar hergebruik en bio-bronnen
Tot slot zal de toekomst van verpakkingen circulair zijn. Hergebruikmodellen winnen aan terrein in België met initiatieven zoals Goodless en Ecocup, die herbruikbare verpakkingen voor evenementen en de horeca delen. “De toekomst ligt bij circulaire modellen waarbij de verpakking een herbruikbare bron wordt”, herinnert Lieven Capon.
Maar duurzaamheid begint al bij de productie. “We zijn nog altijd voor meer dan 90% afhankelijk van fossiele grondstoffen om plastic te produceren. Dat probleem wordt te vaak vergeten”, waarschuwt Aurore Richel. Onderzoeksrichtingen nemen toe: gebruik van gerecycleerde harsen, productie van bioplastic uit planten, valorisatie van organisch afval of zelfs gebruik van CO₂ dat uit de atmosfeer wordt gehaald.
De onderzoekster pleit ook voor de ontwikkeling van composteerbare verpakkingen die gemakkelijk door consumenten te begrijpen zijn: “Een verpakking moet eenvoudig blijven, anders wordt hij verkeerd gesorteerd.” Slecht leesbare logo’s of greenwashing dragen bij aan verwarring en vertragen de transitie.
Zoals Aurore Richel het samenvat: “Het ideale is een ecologisch ontworpen, duurzame en recycleerbare verpakking zonder overdreven impact op het klimaat.” Lieven Capon besluit: “Onze verantwoordelijkheid is nu handelen, zodat elke verpakking echte waarde krijgt in de circulaire economie.”