Activisme en sociale rechtvaardigheid
LGBTQIA+-activisme zet de fundamenten van onze samenlevingen op hun kop. Achter elke spandoek, elke betoging, elke stem die opgaat, schuilt een vurige wil om het onzichtbare zichtbaar te maken, de rechten voor iedereen uit te breiden en een samenleving te creëren waarin verschillen geen bron van uitsluiting meer zijn, maar van rijkdom.
LGBTQIA+-activisme: een motor van sociale transformatie
Historisch gezien stonden LGBTQIA+-gemeenschappen altijd vooraan in sociale strijd. Van Stonewall tot vandaag hebben collectieve acties en eisen van seksuele en genderminderheden als katalysator gediend voor bredere bewustwording. LGBTQIA+-activisme gaat niet om individuele eisen: het is een collectief antwoord op systemische vormen van onderdrukking.
Voor Marian Lens, sociologe en activiste binnen de feministische en lesbische beweging in België, begon de strijd met de vaststelling van het wissen van ervaringen: “Mijn engagement is ontstaan uit het feit dat de geschiedenis van vrouwen, en in het bijzonder van lesbiennes, onzichtbaar was. Door die verhalen zichtbaar te maken, begreep ik dat queerstrijd onlosmakelijk verbonden is met de strijd voor sociale rechtvaardigheid.” In de jaren 1990 richtte zij de eerste feministische en lesbische boekhandel op in Brussel en ontwikkelde ze baanbrekend werk rond het queer geheugen van de stad. Voor haar zijn activisme, zichtbaarheid en het bouwen van alternatieven onlosmakelijk verbonden: “We moesten onze eigen ruimtes creëren, onze eigen verhalen vertellen, omdat de dominante samenleving ons ontkende.”
Erynn Robert, algemeen coördinator bij de Waalse LGBTQIA+-federatie Prisme, benadrukt ook het politieke belang van deze strijd: “LGBTQIA+-personen strijden niet enkel voor zichzelf. Door gelijkheid en inclusie te verdedigen, creëren ze instrumenten voor collectieve verandering, waar iedereen baat bij heeft.”
De overwinningen van de afgelopen decennia – het homohuwelijk, wettelijke erkenning van trans personen, de strijd tegen discriminatie – zijn dan ook geen louter gemeenschapsgerichte vooruitgangen. Ze veranderen de samenleving fundamenteel: door het gezinsbegrip te verruimen, gender opnieuw te bevragen, en zelfbeschikking centraal te stellen in de democratie.

“Activisme betekent ook een wereld voorstellen waarin iedereen een plaats, een stem en waardigheid heeft.”
In het hart van de strijd voor sociale rechtvaardigheid
Een van de sterkste kenmerken van LGBTQIA+-activisme is het vermogen om verbindingen te leggen met andere ‘gevechten’. Queerpersonen, vaak op het kruispunt van meerdere vormen van onderdrukking (klasse, ras, gender, beperking), begrepen al vroeg dat emancipatie nooit gedeeltelijk kan zijn. De kracht ligt in de convergentie.
“Je kan geen samenleving opbouwen zonder solidariteit. Feminisme, antiracisme, ecologie en LGBTQIA+-strijd versterken elkaar, omdat ze allemaal strijden tegen hetzelfde uitsluitingsmechanisme.”, zegt Marian Lens. Deze intergemeentelijke logica is zichtbaar in vele mobilisaties: solidariteit met migranten, strijd tegen systemisch racisme binnen queer gemeenschappen, betrokkenheid bij feministische, ecologische en handicapbewegingen. LGBTQIA+-activisme is niet afgebakend, het verbindt.
Binnen de LGBTQIA+-gemeen-schappen zelf wordt die solidariteit ook zichtbaar via inzet voor meer inclusie. De opkomst van non-binaire identiteiten, de erkenning van intersekse personen, de zichtbaarheid van gekleurde transpersonen hebben de lijnen verlegd, voorbij het homogene – vaak witte, cisgender, mannelijke – beeld van de gemeenschap.
Erynn Robert benadrukt: “Het gaat niet langer om een hiërarchie van onderdrukking, maar om het samenvallen van strijden. Iedereen moet zich thuis kunnen voelen, erkend in zijn of haar waardigheid.”
Eenheid in diversiteit is zo uitgegroeid tot een fundamenteel principe van hedendaags queer activisme. Dat betekent luisteren, het delen van middelen, en het kunnen loslaten van je eigen ervaring om ruimte te maken voor die van anderen.
Ongelijkheid bestrijden
Hoewel burgerrechten in veel landen vooruitgang hebben geboekt, blijft echte gelijkheid veraf. LGBTQIA+-activisme legt systemische ongelijkheden bloot in alle domeinen van het sociale leven: toegang tot werk, huisvesting, zorg en onderwijs. Discriminatie op de arbeidsmarkt, pesterijen op school, en beperkte toegang tot aangepaste zorg voor trans of intersekse personen zijn slechts enkele van de realiteiten die queer activisme onder de aandacht brengt. Het gaat niet langer alleen om het eisen van rechten, maar ook om het blootleggen en afbreken van structuren die uitsluiting in stand houden.
Organisaties ontwikkelen concrete initiatieven: queer-vriendelijke gezondheidscentra, vormingen om vooroordelen op de werkvloer tegen te gaan, en trajecten naar werk voor LGBTQIA+-jongeren die door hun familie zijn verstoten. Deze acties, vaak gedragen door betrokken personen zelf, beantwoorden aan dringende noden en bouwen aan een nieuw netwerk van solidariteit.
In sommige gevallen heeft activisme geleid tot belangrijke wetswijzigingen: een verbod op conversietherapieën, erkenning van een derde gender, nationale actieplannen tegen LGBTQIA+-haat. Maar zoals Erynn Robert opmerkt: “We merken een terugkeer van het conservatisme, soms vermomd in respectabele vormen. Dat toont aan dat niets ooit definitief verworven is.”
Daarom blijft LGBTQIA+-activisme permanent waakzaam, om verworvenheden te beschermen en nieuwe terreinen te openen, in het streven naar universele gelijkheid. Marian Lens vat dit engagement krachtig samen:
“Activisme is niet alleen protesteren: het is ook een andere wereld voorstellen, waarin iedereen een plaats, een stem en waardigheid heeft.” ☉