De toekomst van Low-Code & No-Code
Low-code en no-code platforms maken het voor niet-technische medewerkers mogelijk om applicaties te bouwen. Dit biedt tijdswinst, maar roept ook vragen op, omtrent kwaliteit en veiligheid. En welke impact heeft AI op de toekomst van dergelijke platforms?
“Low-code en no-code zijn termen die steeds vaker opduiken in de digitale wereld”, zegt Dries Dewulf, Business Unit Manager bij Squadron. Hij benadrukt dat het verschil tussen de twee voornamelijk ligt in de mate van technische kennis die vereist is. “Bij no-code draait alles om visueel bouwen: je creëert een applicatie via een drag-and-drop-interface zonder enige programmeerkennis. Dit maakt het ideaal voor eenvoudige toepassingen zoals formulieren of workflows.” Volgens Dewulf biedt low-code daarentegen meer flexibiliteit. “Low-code werkt ook visueel, maar laat toe om specifieke scripts toe te voegen voor complexere functionaliteiten, zoals integraties met ERP-systemen.”
Emanuel Gaytant, IT-program and operations manager bij Cegeka, sluit hierop aan en benadrukt dat beide platformen softwareontwikkeling eenvoudiger en sneller maken. “Low-code is gericht op technische profielen en kan dienen als volwaardig alternatief voor traditionele programmeertalen zoals Java of .NET,” legt Gaytant uit. “No-code daarentegen is ontworpen voor niet-technische gebruikers, bijvoorbeeld zakelijke professionals die eenvoudige processen willen automatiseren.” Hij voegt eraan toe dat deze technologieën hun oorsprong vinden in de jaren ‘80 en ’90, maar dat moderne platforms zoals OutSystems, Mendix en Microsoft Power Platform veel geavanceerder zijn geworden.
Voor- en nadelen
Beide experts zien grote voordelen in het gebruik van deze technologieën. Dries Dewulf benadrukt de snelheid waarmee applicaties ontwikkeld kunnen worden: “Dit maakt het mogelijk om snel een businesscase te testen zonder zware investeringen.” Emanuel Gaytant wijst op kostenbesparing: “In sommige gevallen kunnen ontwikkelingskosten zelfs gehalveerd worden dankzij grafische interfaces en automatische backend-integraties. Daar staat de licentiekost dan wel tegenover. Maar als je natuurlijk ook je doorlooptijd kunt verminderen, dat is dan weer de opportuniteitskost die speelt. Hoe snel kan ik met mijn nieuwe oplossing naar de markt gaan?”
Toch waarschuwen ze ook voor uitdagingen. Dewulf noemt het risico op veiligheidsproblemen: “IT-afdelingen moeten zorgen voor duidelijke richtlijnen om datalekken te voorkomen.” Het is ook altijd belangrijk te weten of iemand op deze wijze geen bedrijfsdata aan het exposen is, zegt Emanuel Gaytant. Hij voegt hieraan toe dat licentiekosten en het risico op vendor lock-in aandachtspunten zijn: “Bedrijven worden afhankelijk van het gekozen platform.”
De sectoren waarin deze technologieën worden toegepast zijn divers. Dries Dewulf zegt dat Squadron zich voornamelijk heeft gespecialiseerd in applicaties voor de maakindustrie, waar low-code wordt gebruikt om aangepaste schermen te ontwikkelen voor arbeiders. “Deze schermen zijn afgestemd op specifieke taken, zoals starten van productieorders en het uitvoeren van kwaliteitscontroles,” zegt hij. Emanuel Gaytant wijst op toepassingen bij overheden en private ondernemingen: “In België heeft bijvoorbeeld de publieke sector licenties aangeschaft om interne processen te ondersteunen.”
AI wint aan snelheid
Een opvallende trend die beide experts bespreken is de integratie van artificiële intelligentie (AI) binnen low-code en no-code platforms. “AI maakt het mogelijk om apps nog sneller te ontwikkelen door gebruik te maken van tekstprompts”, merkt Dries Dewulf op. Emanuel Gaytant benadrukt dat deze evolutie softwareontwikkeling nog efficiënter maakt: “AI kan automatisch code genereren op basis van businessvereisten.” Tegelijkertijd waarschuwen ze voor voorzichtigheid bij het delen van bedrijfsdata met AI-systemen.
Beide experts zijn overtuigd van de potentie van low-code en no-code, mits bedrijven strategisch te werk gaan. Ze adviseren organisaties om een duidelijke businesscase te maken en deze technologieën te integreren in hun IT-strategie. Dries Dewulf besluit: “Low-code en no-code bieden enorme voordelen in snelheid, flexibiliteit en toegankelijkheid, maar vereisen een goede balans tussen autonomie van de business en controle door IT-afdelingen.”