Sustainability

Zijn we klaar voor 2030?

december 18, 2024
door Tara Troch

De Europese Unie heeft zichzelf met het ambitieuze Fit for 55-plan een stevige uitdaging opgelegd: een reductie van broeikasgasemissies met 55% tegen 2030, vergeleken met 1990. Maar hoe ver staan we, en wat moet er gebeuren om deze doelen te halen? 

Het wetgevingspakket verdeelt de inspanningen over twee domeinen: enerzijds emissies die vallen onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS), zoals fossiele elektriciteitsproductie en energie-intensieve industrie, en anderzijds nationale doelstellingen voor niet-ETS-sectoren. Deze laatste categorie omvat cruciale domeinen zoals transport, gebouwen, landbouw en kleinere industriële spelers. Voor België betekent dit een reductieverplichting van 47% in de niet-ETS-emissies ten opzichte van 2005. 

Een onvolledig rapport 

“Het is geen geheim dat België, en zeker ook Vlaanderen, achterloopt op het realiseren van de klimaatdoelstellingen”, stelt Pieter Lodewijks, Program Manager bij Vito / EnergyVille. “Het ontwerp van het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 gaat uit van 40% niet-ETS broeikasgasemissiereductie in Vlaanderen in 2030. Dit blijft ver onder de Europese eis van 47%.” 

Ook Vlaams Minister voor Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd Melissa Depraetere erkent dit probleem: “Zeker op vlak van landbouw en mobiliteit zijn we niet op koers om de doelstellingen te behalen. We moeten het tempo versnellen, maar op een manier die haalbaar en betaalbaar blijft voor iedereen. Want de klimaatstrijd is ook een koopkrachtstrijd.” Zo wijst ze op plannen zoals renteloze leningen en premies om burgers financieel te ondersteunen bij het maken van duurzame keuzes en renovaties, maar ook door de warmtepomp in te schakelen als voordelige verwarmingsoptie.  

“We moeten het tempo versnellen, maar op een manier die haalbaar en betaalbaar blijft voor iedereen.“

— Melissa Depraetere, Vlaams Minister voor Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd

Hernieuwbare energie: successen en obstakels 

België boekt alvast vooruitgang op het gebied van zonne-energie. “2023 was een uitzonderlijk jaar met bijna 1,2 GW aan nieuwe capaciteit in Vlaanderen”, aldus Pieter Lodewijks. Toch ziet het er naar uit dat nieuwe investeringen terugvallen in 2024 naar zo’n 700 MW. Voor windenergie is de situatie zorgwekkender: de installatie van nieuwe turbines op land stagneert door vergunningstrajecten en tegenstand van omwonenden. “Toch is wind op land een van de meest kosteneffectieve technologieën voor de productie van groene stroom”, benadrukt hij. 

Binnen de overheid bekijkt men dan ook of het mogelijk is om ‘versnellingszones’ in te voeren en snellere beroepsprocedures voor windparken te voorzien conform de Europese richtlijn hernieuwbare energie. “Ook werken we momenteel een nieuw ondersteuningsmechanisme uit voor nieuwe windturbines via een tweezijdig bijpascontract dat een juist steunniveau voor nieuwe windmolens bepaalt. Dit om windturbines een aantrekkelijke investering te maken voor de toekomst.”, aldus Melissa Depraetere.  

Maar ook een groter aandeel hernieuwbare energie vraagt om slimme oplossingen voor opslag en flexibiliteit. Vraagsturing is daarom essentieel, zegt Pieter Lodewijks. “Warmtepompen in huizen zonder vloerverwarming zouden standaard met buffervaten geïnstalleerd moeten worden, en elektrische voertuigen moeten slim geladen kunnen worden. Batterijparken helpen om korte pieken op te vangen, maar structurele opslagproblemen blijven een uitdaging.” 

Toekomst 

België blijft vandaag nog te afhankelijk van geïmporteerde fossiele brandstoffen, een situatie die zowel de economie als de klimaatambities belemmert. “We zullen de komende jaren moeten investeren in groene, duurzame en goedkope energie van bij ons. Dat is goed voor het klimaat, de portemonnee en de bevoorradingszekerheid. Maar daarnaast moeten we de keuze voor alternatieven, zoals elektriciteit ook aantrekkelijker maken.”, aldus Melissa Depraetere. 

De klok tikt onverbiddelijk door naar 2030. België heeft het potentieel om haar klimaatambities waar te maken, maar dat vereist dringende actie op verschillende fronten: ambitieuzere plannen, snellere procedures en een betere ondersteuning van burgers en bedrijven. “We gaan mensen helpen, ook financieel, om de klimaattransitie te maken. Dat is goed voor het klimaat en hun portemonnee.”, besluit Melissa Depraetere.

Vorig artikel
Volgend artikel