Finance

Hospitalisatiepolis via uw werkgever: wat als u het bedrijf verlaat?

augustus 1, 2024
door Roel Van Espen

Heel wat Belgen genieten een hospitalisatieverzekering via hun werkgever of die van hun partner. Bevindt u zichzelf ook in deze positie? Misschien vraagt u zich dan af wat er precies gebeurt met dit extralegaal voordeel wanneer u van job verandert, ontslagen wordt of met pensioen gaat?

Wij staken ons licht op bij de drie grootste aanbieders van hospitalisatiepolissen in ons land: AG Insurance, AXA en DKV.

Ziekenhuiskosten kunnen oplopen

Naar schatting één op de zeven Belgen komt jaarlijks in een ziekenhuis terecht naar aanleiding van een ongeval, een ziekte of een bevalling. De factuur kan dan snel oplopen, want naast de kosten voor de opname en het verblijf zijn er ook die voor de verzorging en de geneesmiddelen. Daarnaast moet u rekening houden met de honoraria en de supplementen van de behandelende artsen.

Een gemiddelde ziekenhuisfactuur bedraagt daardoor makkelijk enkele honderden, en loopt voor een eenpersoonskamer zelfs op tot 2.350 euro (gemiddelde voor 2021). Het exacte bedrag hangt af van verschillende factoren – zoals de locatie, de aard van de pathologie en de behandeling, de duur van de opname en de kamerkeuze.

Elke Belg is weliswaar verplicht om zichzelf en zijn gezinsleden aan te sluiten bij een ziekenfonds of mutualiteit. Daardoor zijn zij automatisch verzekerd voor allerlei medische kosten. Helaas dekt de wettelijke ziekteverzekering slechts een gedeelte van de ziekenhuisfactuur. Het overige deel dient u dus nog altijd zelf op te hoesten. Een ziekenhuisopname kan zo leiden tot een flinke financiële opdoffer.

Hospitalisatiepolis verzacht de pijn

Het is dan ook niet onverstandig om een aanvullende hospitalisatieverzekering af te sluiten voor u, uw partner en uw kinderen. Afhankelijk van de verzekeraar en de specifieke polisvoorwaarden heeft u dan recht op een terugbetaling van onder andere de doktersrekeningen, de kosten voor medische verzorging, de prijs van de kamer, en de uitgaven voor geneesmiddelen en medisch materiaal.

Meestal geniet u ook een terugbetaling van de ambulante zorgen gedurende een bepaalde periode vóór en na de hospitalisatie. Bijvoorbeeld voor voorafgaande of bijkomende raadplegingen, onderzoeken en medicijnen. Daarnaast worden ook de kosten voor thuisverpleging na het verblijf in het ziekenhuis vergoed. Mogelijk zijn zelfs kinderopvang en huishoudhulp gedekt.

Een hospitalisatiepolis voorziet ook in de terugbetaling van de behandeling van een heleboel ernstige ziektes – waaronder kanker, multiple sclerose, Alzheimer, diabetes, mucoviscidose en Parkinson. Bij zo’n aandoening wordt zelfs tussengekomen in de ambulante kosten, ook wanneer u niet in een ziekenhuis wordt opgenomen.

In de contractvoorwaarden vindt u alle details over de gedekte waarborgen terug. Neem alles – inclusief de voorwaarden en termijnen – vooraf aandachtig door. Weet ook dat er vaak een franchisebedrag aangerekend wordt dat u zelf dient te betalen. Sommige verzekeraars bieden polissen zonder zo’n franchise aan, maar daarvoor betaalt u dan een hogere premie.

Ongeveer zes op de tien Belgen zijn verzekerd tegen hospitalisatie. De gemiddelde jaarpremie ligt tussen 200 en 300 euro per volwassene. Kinderen betalen ongeveer de helft. Het exacte bedrag wordt bepaald door meerdere factoren, waaronder de omvang van de polis, de maximale dekkingslimieten, de leeftijd en de vraag of er wel of niet een franchise wordt aangerekend.

Heel wat bedrijven voorzien in een collectieve polis voor hun werknemers. Die is gebonden aan de beroepsactiviteit en maakt deel uit van een extralegaal loonpakket.

Contract via de werkgever

Met een beetje geluk hoeft u zelf geen individuele hospitalisatieverzekering af te sluiten. Heel wat bedrijven voorzien namelijk in een collectieve polis voor hun werknemers. Die is gebonden aan de beroepsactiviteit en maakt deel uit van een extralegaal loonpakket. Volgens verzekeringskoepel Assuralia beschikt bijna een op de twee werknemers over een hospitalisatieverzekering via zijn werkgever. Dat is voornamelijk het geval in grotere bedrijven.

Bij zo’n collectieve hospitalisatiepolis betaalt de werkgever de verzekeringspremie, en vraagt hij eventueel een kleine bijdrage aan de werknemer. Die eigen bijdrage is sowieso veel beperkter dan die van een individueel afgesloten contract.

Maar wat als u met pensioen gaat, van werkgever wilt veranderen of ontslagen wordt (en uw nieuwe werkgever dit extralegaal voordeel niet aanbiedt)? Riskeert u dan om uw hospitalisatieverzekering kwijt te spelen? Immers: bij de stopzetting van het arbeidscontract stopt de werkgever met het betalen van de premies. Met als gevolg dat de collectieve hospitalisatieverzekering wordt beëindigd…

Met dank aan de ‘wet Verwilghen’

Goed nieuws: uw lopende hospitalisatiepolis kan niet zomaar stopgezet worden door uw voormalige werkgever. De wet op de ziekteverzekeringsovereenkomsten – de zogeheten ‘wet Verwilghen’ – zorgt sinds 1 juli 2017 voor een bescherming. Ze bepaalt dat een werknemer bij het verlaten van het bedrijf zijn beroepsgebonden contract op individuele basis moet kunnen voortzetten bij dezelfde verzekeraar.

Dankzij deze wet op de ziekteverzekeringsovereenkomsten blijven u en alle medeverzekerden binnen uw gezin dus beschermd. Dat is een hele geruststelling. Bovendien moeten de waarborgen van de nieuwe, individuele polis gelijkwaardig zijn aan die van het oude, collectieve contract. Ook dat is vastgelegd in de wet.

Uw werkgever moet u binnen de dertig dagen na het verlies van de collectieve waarborg daarvan op de hoogte brengen. Hij moet u ook informeren over het feit dat u de polis individueel kunt verderzetten. Daarna heeft u als ex-werknemer opnieuw dertig dagen (eventueel verlengbaar) om de nieuwe aanvraag in te dienen bij de verzekeraar. Na 105 dagen vervalt dat recht onherroepelijk.

Naar schatting één op de zeven Belgen komt jaarlijks in een ziekenhuis terecht naar aanleiding van een ongeval, een ziekte of een bevalling.

Twee ononderbroken jaren verzekerd

Er geldt weliswaar een belangrijke voorwaarde: voorafgaand aan het moment van verlies van de collectieve hospitalisatiedekking moet u gedurende minstens twee ononderbroken jaren verzekerd geweest zijn via een beroepsgebonden contract. Dat mag eventueel wel bij verschillende werkgevers en ook via meerdere verzekeraars.

Voldoet u aan deze voorwaarde, dan blijft een continue dekking gegarandeerd via de individuele polis. U hoeft daarvoor zelfs geen nieuwe medische tests te ondergaan of opnieuw een medische vragenlijst in te vullen. Een eventuele weigering op basis van uw leeftijd of uw gewijzigde gezondheidstoestand is sowieso verboden. Een wachttijd hoeft u evenmin te doorlopen.

Nieuwe premies liggen hoger

We vertelden u al dat de waarborgen van uw nieuwe, individuele hospitalisatiepolis volgens de ‘wet Verwilghen’ gelijkwaardig moeten zijn aan die van het oude contract. Houd echter rekening met het feit dat de nieuwe premie die u dient te betalen een stuk hoger kan liggen dan de oude. Die wordt immers berekend in functie van uw huidige leeftijd. Bovendien zijn individuele verzekeringspolissen sowieso duurder dan collectieve contracten.

U zou weliswaar kunnen overwegen om voor een lagere premie in uw nieuw contract te kiezen, maar dan boet u wellicht in op de gedekte waarborgen. En dat lijkt ons niet de meest verstandige keuze, zeker wanneer u al wat ouder bent.

Om zo’n financiële tegenvaller in de toekomst – bijvoorbeeld wanneer u met pensioen gaat – te vermijden, kunt u nu al een zogeheten wachtpolis afsluiten. Die zorgt ervoor dat uw leeftijd en de instappremie van uw individuele hospitalisatiepolis ‘bevroren’ worden. In ruil daarvoor betaalt u maandelijks een bescheiden wachtpremie.

In het kader van zo’n prefinanciering kunt u zelf een wachtpolis afsluiten bij een privéverzekeraar naar keuze. Maar informeer eerst of die niet opgenomen is in de hospitalisatieverzekering via uw huidige werkgever.

Vorig artikel
Volgend artikel