Inclusie & Diversiteit

‘40% van alle belgen tussen 16 en 74 zijn digitaal kwetsbaar’

december 3, 2024
door Tara Troch

In een wereld waarin de smartphone haast vergroeid lijkt met de hand, kunnen we ons bijna niet voorstellen dat zo veel mensen zwakke digitale skills hebben. En toch kan niet iedereen dezelfde stappen zetten in deze digitale samenleving en evolueert alles gewoon te snel om bij te blijven. Hoe kunnen we samen de digitale kloof dichten?  

De Barometer voor digitale inclusie, opgesteld in opdracht van de Koning Boudewijnstichting, toont aan dat 40% van de Belgen nog steeds digitaal kwetsbaar is. Dat betekent dat deze mensen nooit het internet gebruiken of dat hun digitale kennis te wensen overlaat. De steeds snellere digitalisering van onze samenleving gaat dus niet gepaard met een evenredige toename van de digitale vaardigheden. En wie denkt dat enkel de oudjes niet meer mee kunnen, heeft het goed mis. “Als je kijkt naar de cijfers voor jongeren, zie je dat 30% van alle jongeren tussen 16 en 24 zwakke digitale vaardigheden heeft”, verklaart Linde Verheyden, voorzitter van DigitAll. “Ga je kijken naar jongeren met een laag diploma, gaat het zelfs over 52% van de jongeren. Het probleem zal zich dus niet ‘vanzelf’ oplossen, en duidelijke actie is nodig.”  

Click-call-connect 

Misschien moeten we beginnen met het in kaart brengen van digitale uitsluiting, want wat is dat nu juist? “We kunnen drie digitale kloven onderscheiden, die chronologisch gegroeid zijn”, aldus Koen Ponnet, professor aan de UGent en onderzoeker voor de Barometer digitale inclusie. “In de eerste plaats spreken we over de toegang tot het internet en het bezit van allerlei ICT-middelen. Die kloof is de laatste 10 jaar flink gekrompen, met uitzondering van een aantal groepen, dankzij heel wat inspanningen van bijvoorbeeld de overheid en telecomproviders. Opmerkelijker zijn enerzijds de digitale vaardigheden (kan je werken met Excel, kan je cookies uitschakelen…), en anderzijds het gebruik van essentiële diensten. Die laatste is steeds belangrijker, want bijvoorbeeld het aanvragen van een uitkering, solliciteren, e-banking, e-administratie… verloopt steeds meer online. Op verschillende zaken hebben we een fundamenteel recht. Maar wat als je er geen toegang tot hebt of er niet mee kan werken? Dan spreken we over een serieuze vorm van uitsluiting.” 

Bij digitale inclusie is het dus belangrijk dat je zo veel mogelijk mensen meekrijgt in het digitale verhaal, dat je hen erin ondersteunt en begeleidt, en voldoende opleidingen biedt. Maar anderzijds mag je ook de mensen die niet digitaal zijn, en dat misschien nooit zullen zijn, niet vergeten. “Deze mensen moeten van hetzelfde aanbod kunnen genieten als een digitale klant”, verduidelijkt Linde Verheyden. “We spreken dan over het click-call-connect principe: je doelgroep moet via een klik (website, applicatie), via een telefonisch gesprek met een medewerker en/of fysiek met een persoon in interactie kunnen gaan en informatie verkrijgen. Je product of dienst moet op deze manier voor iedereen beschikbaar zijn.” 

“Je mag ook de mensen die niet digitaal zijn, en dat misschien nooit zullen zijn, niet vergeten.”

Linde Verheyden, voorzitter van DigitAll

Risicogroep

Als men denkt aan digitale uitsluiting, kijkt men nogal snel naar ouderen of mensen die laaggeschoold zijn. En hoewel dit doelgroepen zijn waar ook permanent aandacht aan besteed moet worden, zien we dat ook andere doelgroepen het steeds moeilijker hebben. “Zowel de snelheid waarmee alles evolueert haalt veel mensen in, 17% van de jongeren heeft het bijvoorbeeld moeilijk met de snelle evolutie van het internet, alsook ongeplande situaties waarin men terechtkomt. Denk maar aan mensen die scheiden en verarmen omdat ze alleen komen te staan.”, legt Koen Ponnet uit. “Het is ook vaak een meer genuanceerd verhaal. We zien bijvoorbeeld dat veel mensen vandaag multi-geconnecteerd zijn. Ze hebben een smartphone, laptop en tablet. Maar bij inkomensarme gezinnen zien we dat 25% van hen enkel een smartphone heeft. Dat is een gigantisch probleem, want zij kunnen bijvoorbeeld geen brieven opstellen en bijlagen verzenden, of eenvoudigweg solliciteren. Ze worden met andere woorden dubbel gepenaliseerd.” 

Ook Linde Verheyden valt bij: “Het digitale zit werkelijk in alle gebieden: op school, in het zoeken naar een woning of werk, in de gezondheidszorg, cultuur, opvoeding (Smartschool), het bestellen van bus tickets… Uitsluiting kan dus overal plaatsvinden. Het heeft een impact van ’s ochtends tot ’s avonds in ieders leven.”  

Samenwerking als oplossing 

Eén oplossing voor het probleem bestaat niet, en de kloof volledig dichten zal niet lukken. En toch kunnen nog veel stappen gezet worden in de goede richting. “Wij creëerden bijvoorbeeld de Digital Inclusion by Design Index bij DigitAll. Dit is een soort self-assessment vragenlijst die weergeeft hoe digitaal inclusief je applicatie of website is, en hierbij ook verbetermogelijkheden geeft. Dit kan bedrijven helpen zelf verantwoordelijkheid te nemen om meer inclusieve tools te ontwerpen.”, besluit Linde Verheyden. 

En dat het belang van verantwoordelijkheid cruciaal is, zegt ook Koen Ponnet: “Naast het click-call-connect principe ben ik ervan overtuigd dat bedrijven ook zelf dienstverlening moeten bieden om mensen digitaalvaardiger te helpen maken. Dit zou niet bij derde partijen gelegd moeten worden. Hierbij duikt ook het probleem van gebruiksvriendelijkheid van websites op: kleine lettertypes, moeilijke leesbaarheid door kleurgebruik, maar zeker ook het taalgebruik, bemoeilijkt de situatie voor velen. Bedrijven en overheden kunnen hier echt wel beter.” 

Zowel Linde Verheyden als Koen Ponnet zijn het er finaal over eens: inspanningen moeten komen vanuit diverse hoeken. Overheden, bedrijven, scholen, sociale organisaties en academici moeten beter en meer samenwerken om mensen meer digitaalvaardig te maken en de juiste ondersteuning te bieden.

BAROMETER DIGITALE INCLUSIE

Sinds 2020 volgt de Barometer Digitale Inclusie de evolutie van digitale ongelijkheden in België op. Het initiatief van de Koning Boudewijnstichting, met het werk van onderzoeksteams Imec-mict-UGent en IACCHOS CIRTES van UCLouvain, baseert zich op de gegevens van STATBEL. Het onderzoek geeft inzichten over onder meer welke bevolkingsgroepen meest kwetsbaar zijn voor digitale uitsluiting, hoeveel mensen effectief gebruik maken van onlinediensten en wat mensen tegenhoudt om digitale diensten te gebruiken. Het in kaart brengen van deze cijfers helpt om een duidelijker beeld te scheppen van waar digitale uitsluiting plaatsvindt, om zo iedereen te helpen beter te participeren in de samenleving.    

Vorig artikel
Volgend artikel